Tijdens de laatste avond van zijn leven houdt Jezus het Laatste Avondmaal met zijn leerlingen. Ik denk dat de diepste zin van de maaltijd, waarin Jezus zijn vrienden bijeenbrengt op deze avond te maken heeft met het gegeven dat God de mens altijd trouw wil zijn, onder welke omstandigheden dan ook. God wil het verbond dat Hij met de mensen aangegaan is en dat Hij vele malen vernieuwd heeft, steeds verder door laten gaan. God wil altijd bij ons mensen blijven. Zijn Zoon Jezus gaat maaltijd houden met zijn vrienden om het feest van de bevrijding uit Egypte en het Verbond tussen God en de mensen te vieren.
Tijdens de joodse Pesach, het joodse Pasen, wordt gevierd dat men vrij is en dat men mag leven in dit verbond met God en in verbondenheid met elkaar. God zal zijn eindeloze liefde aan de mens blijven geven. Hij is immers trouw. Jezus stond ook in dat goddelijk Verbond: daar getuigt zijn hele leven van. Tijdens de maaltijd wil Hij het Verbond tussen God en de mensen voortzetten. Daarvoor geeft Hij zichzelf.
Denkt u zich eens in: de liefde van God voor de mensen ging zover dat God zijn eigen Zoon naar de wereld stuurt. God geeft zichzelf aan de mensen om te herstellen waar de mens tekort geschoten is! Als brood wil Jezus zichzelf breken, zoals Hij straks zijn lichaam zal laten breken in de dood. Als wijn wil Hij zichzelf uitgieten, zoals Hij straks zijn bloed zal vergieten op het kruis.
Heel zijn leven wil Jezus in deze maaltijd samenvatten, want brood en wijn zijn tekens van zijn leven, om duidelijk te maken dat Hij niet voor zichzelf heeft willen leven, maar dat Hij zijn leven aan anderen gewijd heeft tot aan zijn dood toe.
Igno Osterhaus, pastor
Lezing uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (6,51-58)
In die tijd zei Jezus tot de menigte der Joden:
“Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald.
Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.
Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees
ten bate van het leven der wereld.”
De Joden geraakten daarover met elkaar aan het twisten
en zeiden:
“Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?”
Jezus sprak daarop tot hen:
“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
Als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet
en zijn bloed niet drinkt,
hebt gij het leven niet in u.
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank.
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
blijft in Mij en Ik in hem.
Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben
en leef door de Vader,
zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij.
Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald.
Het is niet zoals bij de vaderen, die het manna gegeten hebben
en niettemin gestorven zijn;
wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.”