Bij pastorale spoed

Telefoon:
020-6191766


(voor Amsterdam-West)

Draagt u bij?

Wij willen een plek zijn van aandacht en ontmoeting met God en met elkaar. Dat kan niet zonder uw steun.
Geef nu!

Facebook

e-Nieuwsbrief



Activiteiten

Hemelvaart

Uit de Handelingen der Apostelen (1,1-11)
Mijn eerste boek, Teófilus, heb ik geschreven
over alles wat Jezus gedaan en geleerd heeft tot aan de dag,
waarop Hij zijn opdracht gaf aan de Apostelen,
die Hij door de heilige Geest had uitgekozen,
en waarop Hij ten hemel werd opgenomen.
Na zijn sterven, toonde Hij hun met vele bewijzen
dat Hij in leven was.
Hij verscheen hun gedurende veertig dagen
en sprak met hen over het Rijk Gods.
Terwijl Hij met hen at,
beval Hij hun Jeruzalem niet te verlaten,
maar de belofte van de Vader af te wachten
die, zo zei Hij, gij van Mij vernomen hebt:
“Johannes doopte met water,
maar gij zult over enkele dagen
gedoopt worden met de heilige Geest.”
Terwijl zij eens bijeengekomen waren,
stelden zij Hem de vraag:
“Heer, gaat Gij in deze tijd voor Israël het koninkrijk herstellen?”
Maar Hij gaf hun ten antwoord:
“Het komt u niet toe dag en uur te kennen,
die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld.
Maar gij zult kracht ontvangen
van de heilige Geest, die over u komt,
om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem,
in geheel Judea en Samaria
en tot het einde der aarde.”
Na deze woorden
werd Hij ten aanschouwen van hen omhoog geheven
en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.
Terwijl zij Hem bij zijn hemelvaart gespannen nastaarden,
stonden opeens twee mannen in witte gewaden bij hen die zeiden:
“Mannen van Galilea,
wat staat ge naar de hemel te kijken?
Deze Jezus,
die van u is weggenomen naar de hemel,
zal op dezelfde wijze wederkeren
als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan.”

Vandaag zien we dat Jezus afscheid neemt van zijn leerlingen. Daarna vertrekt Hij naar de hemel. Dit lijkt een droevig gebeuren. Een goede meester en vriend neemt afscheid en het ziet er naar uit dat Hij voor zeer lange tijd weg zal blijven! Dit afscheid lijkt heel definitief. Ik kan mij wel leukere dingen voorstellen. Ik kan mij indenken dat de leerlingen zich zorgen maken over de toekomst. Hoe moet het nu verder na het vertrek van Jezus? Toch staat er in het evangelie volgens Lucas dat de leerlingen naar Jeruzalem terug gaan met grote vreugde. Hoe is dit nu mogelijk? Ik denk dat hun vreugde alles te maken heeft met de opdracht die Jezus aan zijn leerlingen heeft gegeven, namelijk om de Blijde Boodschap over de hele wereld uit te dragen. Voor de leerlingen die getuigen waren geweest van het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus is dit niet bepaald een makkelijke taak. Jezus zal ervoor zorgen dat zij in staat gesteld worden om de rol van getuige goed te gaan vervullen. Hij zal vanuit de hemel de heilige Geest over hen uitzenden.
We weten dat de leerlingen met Pinksteren daadwerkelijk zullen worden bekleed met de door God beloofde bovennatuurlijke kracht van de Geest. Deze wordt hen vanuit de hemel verleend om hen in staat te stellen met hun apostolisch werk te beginnen. Zover is het echter nog niet. Jezus geeft hun de opdracht om naar Jeruzalem te gaan om daar de komst van de Geest af te wachten. Misschien hadden de leerlingen enige tijd rust nodig, enkele dagen retraite, zouden we nu zeggen. Het kan ook zijn – zo stel ik mij dat voor – dat God het nodig vond om het juiste moment af te wachten. De leerlingen begrijpen de opdracht van Jezus en vol vertrouwen en met vreugde in hun hart, gaan zij naar Jeruzalem.

Aan het einde van deze lezing staat nog meer. Wat de twee mannen in witte kleren, de engelen, de apostelen te zeggen hebben is heel belangrijk. Op het eerste gehoor is er een licht verwijt aan het adres van de apostelen te horen. De engelen vragen zich af waarom de apostelen naar de hemel staan te kijken. Dit heeft geen doel meer. De scheiding tussen Jezus en de leerlingen is nu voltrokken en hun kijken naar omhoog zal Jezus niet doen terugkeren. De engelen spreken echter een heel troostrijke gedachte uit. Zij geven aan dat Jezus in de hemel is opgenomen. Hij bevindt zich nu op de plaats, waar God zich bevindt. Dit is echter niet het enige. De twee engelen spreken ook de belofte uit dat Jezus terug zal keren naar de aarde.

Met Hemelvaart begint de pinksternoveen, de negen dagen van gebed vóór het hoogfeest van Pinksteren. De leerlingen hielden tijdens de negen dagen vóór het Pinksterwonder de eerste noveen die ooit gehouden was. Dat was in de bovenzaal in Jeruzalem, waar zij samen met Maria en andere vrouwen in gebed bijeen waren. Ik denk ook dat dit een van de beste novenen was, omdat zij eensgezind in gebed met elkaar verbonden waren. Ieder feest, iedere belangrijke gebeurtenis, vereist een voorbereiding, anders kun je het feest zelf niet goed vieren. Dit geldt vooral voor het pinksterfeest: het komt aan op de voorbereiding, op het volhardend bidden, uit de eensgezindheid tussen mensen. De pinksternoveen houdt vooral ook een uitdaging in, namelijk om elkaar te zien als medeschepselen van dezelfde God. Samen mogen wij met open handen voor God staan en samen mogen wij bidden dat het pinksterwonder ook aan ons mag gebeuren: dat wij nog meer Kerk mogen worden. Dat wij zijn Rijk mogen brengen in de wereld, met de kracht van Gods Geest.

Igno Osterhaus, pastor

 Gebed tot de Heilige Geest (pinksternoveen = gebed gedurende 9 dagen)

Kom, Heilige Geest, vervul de harten van Uw gelovigen, en ontsteek in hen het vuur van Uw liefde.
Zend Uw Geest uit, en alles zal worden herschapen.
En Gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen.
Laat ons bidden,
God, Gij hebt de harten van Uw gelovigen door de verlichting van de Heilige Geest onderwezen.
Geef dat wij door dezelfde Heilige Geest de ware wijsheid mogen bezitten, en ons altijd over Zijn vertroosting mogen verblijden.
Door Christus, onze Heer.
Amen.

Ook kunt u pinkstergebeden tijdens de noveen vinden op internet, onder de titel ‘Pinksternoveen’ Van harte aanbevolen!

Leerlingen stellen hun vragen aan Jezus

De heilige Geest, die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren….

Vlak vóór zijn lijden, sterven en verrijzenis, heeft Jezus tegen zijn leerlingen gezegd: “Ik wil jullie alles, wat Ik jullie de afgelopen drie jaar heb geleerd, nog eens haarfijn gaan uitleggen. Als jullie vragen hebben, kom er dan mee voor de dag!” De leerlingen stellen dan hun vragen aan Jezus.

De een vraagt: “U vertelt ons, dat U naar de Vader gaat… Wat betekent dat precies?” Een ander stelt de vraag: “Kunt U ons die Vader in de hemel laten zien?”… en een derde: “U zult terugkeren naar de aarde en dan zullen wij U zien in uw heerlijkheid. Hoe zit dat nu eigenlijk?”…Vragen alom, dus, eigenlijk veel te veel om in één keer zo maar eventjes uit te kunnen leggen… Is het eigenlijk wel mogelijk om antwoord op al deze vragen te geven? Zullen de apostelen dit beseffen? Zijn zij er al klaar voor om alles te kunnen begrijpen?

Jezus geeft een niet zo voor de hand liggend antwoord op al die vragen. Hij zegt: “Ik zal de Vader vragen jullie een andere Helper te geven, die voor altijd bij jullie zal zijn, de Geest van de waarheid”… “Wat betekent dit nu weer?”, zullen de leerlingen wellicht hebben gedacht. Er staan hun op dit moment twee heel belangrijke vragen voor ogen. De ene vraag luidt:

  • “Is Jezus zelf niet in staat om ons te helpen? Kan Hij zijn diepste overtuiging op dit moment niet aan ons overdragen?”… en de andere vraag is:
  • “Ziet Jezus zijn taak misschien als beëindigd en laat Hij hun verdere opleiding over aan een hoger opleidingsinstituut, aan een hogere leraar?”…

Ik denk dat voor beide vragen iets te zeggen is. Het bevattingsvermogen van de leerlingen is op dat moment begrensd. Wie Jezus werkelijk is en wat zijn precieze taak was en hoe zijn verhouding lag ten opzichte van God, is nauwelijks in gewone mensentaal vast te leggen. Wat God in Jezus aan het doen was, dat laat zich moeilijk vertalen in gewone taal. Jezus ziet dat in en Hij bidt en hoopt dat een andere Leraar hen dit duidelijk kan gaan maken. Jezus vraagt om een Leraar die hen de ogen opent en die hen die dingen laat zien die menselijkerwijze niet te zien zijn.

Deze leraar is de heilige Geest. Deze Geest van God opent de mogelijkheid voor de leerlingen om Jezus te zien en te herkennen als de Zoon van God, die gestorven en verrezen is. De grote massa ziet Jezus op dat moment niet als zodanig. De leerlingen in eerste instantie ook niet. Later zien zij echter wel, met de hulp van de heilige Geest, dat Jezus de Christus is, de Verrezene. Door de werking van de Geest worden de ogen van de apostelen geopend.

Maar Jezus zegt nog meer over de Geest. De Geest van God zal altijd bij hen blijven. De Geest van God zal niet terug gaan naar de Vader om daar te zetelen aan zijn rechterhand. Nee, de door Jezus beloofde Geest zal altijd onder de mensen aanwezig blijven. De Geest zal de mensen altijd blijven ondersteunen. De volgelingen kunnen immers niet zonder Gods Geest. De heilige Geest is het bindmiddel dat christenen en alle mensen bij elkaar bindt en bijeen houdt. Gods Geest zorgt ervoor dat er christengemeenschappen ontstaan en blijven bestaan, de kerk. De begrippen ‘Geest’ en ‘kerk’ zijn zeer nauw met elkaar verbonden…

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (14,23-29)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Als iemand Mij liefheeft zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen. Wie Mij niet liefheeft onderhoudt mijn woorden niet; en het woord dat gij hoort is niet van Mij maar van de Vader die Mij gezonden heeft.
Dit zeg Ik u terwijl Ik nog bij u ben, maar de Helper, de heilige Geest, die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb. Vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u.
Laat uw hart niet verontrust of kleinmoedig worden. Gij hebt Mij horen zeggen: Ik ga heen maar Ik keer tot u terug. Als Gij mij zoudt liefhebben, zoudt gij er blij om zijn dat Ik naar de Vader ga want de Vader is groter dan Ik. Nu, eer het gebeurt, zeg Ik het u, opdat gij, wanneer het gebeurt, zult geloven.”

Het huis van de Vader

Het huis van de Vader, daar gaat het evangelie over. Natuurlijk denk ik daarbij aan de hemel, aan het eeuwige leven, aan de eindbestemming van alle mensen. Deze lezing wordt bij uitvaarten nogal eens gebruikt. Mensen, die gebukt gaan onder het verlies van een dierbare, vinden gelukkig dikwijls troost en bemoediging in deze woorden. Het zijn woorden die een belofte inhouden: de dood betekent niet het definitieve einde. Het is het begin van een nieuw leven. Voor de geliefde overledene is er een plaats bij de Vader in het hemelse hiernamaals.
Dat is een prachtig en hoopvol perspectief.

De evangelielezing van vandaag bevat – denk ik – meer. Wanneer wij in onze tekst de woorden ‘in het huis van mijn Vader’ vertalen met ‘ in de ruimte van Gods liefde’, dan wordt het perspectief wijder en dan gaat het verhaal ook een beetje anders klinken. De troostrijke en beloftevolle boodschap blijft, maar er komt ook iets van een uitdaging in de tekst te liggen: de uitdaging om zelf de werken te doen die Jezus deed en door daden van waarachtige liefde gestalte te geven aan een huis, waar God kan wonen te midden van de mensen.

Die uitdaging heeft Jezus zelf op zich genomen. En daarover is het, dat Johannes Jezus laat spreken tijdens de laatste maaltijd met zijn vrienden. Jullie weten, waar Ik heen ga”, zegt Jezus, “en ook de weg daarheen is jullie bekend.” Jezus geeft hiermee aan welke weg Hij zal gaan: de weg naar het kruis, de weg waarbij Jezus zichzelf geheel wegschenkt aan zijn vrienden. Dat is de weg van Jezus. Hij is zelf die weg. Hij laat zien: door uit liefde jezelf te geven voor elkaar, kom je God nabij en breng je God en zijn liefde nabij. God is immers Liefde.

De plaats bij uitstek waar gemeenschapsgevoel en liefde in praktijk kunnen worden gebracht is binnen het gezin. Spilfiguren binnen de gezinnen zijn meestal de moeders. Er zijn, zoals we weten, heel veel gezinnen die alleen door moeders worden geleid. Laten wij de goede God in ons dagelijkse gebed vragen dat er in de kerk veel goede gezinnen mogen komen, die door één of meer ouders geleid worden. Goede moeders, dat is waar wij vandaag op deze Moederdag heel speciaal aan denken. Het is natuurlijk heel goed dat er een dag is, waarop de moeders en grootmoeders heel speciaal in het zonnetje worden gezet.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes.
(14,1-12)

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen. Ware dit niet zo, dan zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben. Gij weet waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend.” Tomas zei tot Hem: “Heer, wij weten niet waar Gij heengaat: hoe moeten wij dan de weg kennen?” Jezus antwoordde hem: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. Als gij Mij zoudt kennen, zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij Hem en ziet gij Hem.” Hierop zei Filippus: “Heer, toon ons de Vader; dat is ons genoeg.” En Jezus weer: “Ik ben al zo lang bij u en gij kent Mij nog niet, Filippus? Wie Mij ziet, ziet de Vader. Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader? Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht. Gelooft Mij: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Of gelooft het anders omwille van de werken. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga.”

 

 

Meimaand – Mariamaand

Meimaand

Vandaag is de meimaand begonnen,
een maand waarin we Maria willen eren.
Ieder zal dit op eigen wijze kunnen doen.
Wij kunnen haar eren als moeder van God.
Wij kunnen haar eren als moeder van de kerk
en wij mogen haar ook eren als moeder van de gehele mensheid.
Wij mogen haar eren als onze hemelse moeder
en voorspreekster bij God.

Misschien is wel het beste eerbewijs om
in ons gebed haar voorspraak te vragen bij  God.

Juist in deze moeilijke tijd hebben wij
haar steun en bemoediging nodig.                                                                                                                                                                                                         

Roepingenzondag

Vierde zondag van Pasen     Roepingenzondag

“Ik”, zegt Jezus, “ben de deur voor mijn schapen”. Wat betekent deze uitspraak? Dat lijkt mij een niet zo voor de hand liggend beeld van Jezus. Misschien kunnen we ons even verplaatsen naar het werk van een herder in de tijd van Jezus. Als een herder in die tijd ‘s avonds bij de schaapskooi kwam, ging hij bij de opening staan en elk schaap kroop langs hem naar binnen. Zo leerde hij zijn schapen stuk voor stuk kennen. Zo telde de herder zijn schapen ook. En als hij er eentje miste, dan ging hij meteen op zoek en hij ging net zo lang zoeken totdat hij het verdwaalde schaap weer terug vond. Heel veel liefde en zorg besteedt een goede herder aan zijn kudde.

Goede herders zijn zij die op zoek gaan naar schapen die zijn zoek geraakt, naar schapen die het even niet zien zitten, naar hen die behoefte hebben aan een luisterend oor, naar hen die de weg even zijn kwijtgeraakt, naar hen die leiden onder corona, naar andere zieken, naar behoeftige medemensen. Goede herders schrijven nooit iemand af. “Ik ben de deur voor mijn schapen”, zegt Jezus. Hij telt ons één voor één en iedereen telt mee bij Hem.

Een goede herder kent zijn schapen, ieder schaap van zijn kudde en hij roept ze ook.

Vandaag is het Roepingenzondag. Vandaag denken we heel speciaal aan onze hemelse Vader die ieder van ons roept. Als een Goede Herder kent Hij ieder van ons persoonlijk. Hij heeft ieder van ons vele gaven en talenten, gegeven die wij mogen gebruiken op onze levensweg. Iedere gedoopte heeft Hij geroepen om mee te werken aan de totstandkoming van het Rijk van God, niet alleen later in de hemel, maar, heel concreet, hier op aarde, op de plaatsen waar wij ons nu bevinden. Als gedoopten hebben wij heel veel gemeenschappelijk. Wij zijn door het doopsel ondergedompeld in de liefde van God. Door het doopsel zijn alle gedoopten op een heel intieme manier met elkaar verbonden. Alle mensen, die gedoopt zijn, hebben immers dezelfde hemelse Vader, dezelfde Goede Herder, die dezelfde kudde leidt.

Alle kerkelijke ambten, functies en vrijwilligerstaken, van die van de paus tot aan die van priester, diaken, religieus, vrijwilliger of vrijwilligster, staan alle ten dienste van het welzijn van de kudde. Ik denk dat misschien wel de belangrijkste roeping die van het huwelijk is. Binnen goede gezinnen, dat kunnen ook éénoudergezinnen zijn, kan de basis worden gelegd van alle andere roepingen. Het opvoeden van kinderen in een stabiele en gezonde omgeving is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De ene roeping of functie is zeker niet belangrijker dan de andere. Iedereen behoort immers dienstbaar te zijn aan het grote dienstwerk van God.
Igno Osterhaus, pastor.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (10,1-10)
In die tijd zei Jezus: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie niet door de deur, maar langs een andere weg de schaapskooi binnengaat, hij is een dief en een rover. Maar wie door de deur binnengaat, is de herder van de schapen. Hem doet de deurwachter open. De schapen luisteren naar zijn stem; hij roept zijn schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. En als hij al zijn schapen naar buiten heeft gebracht, trekt hij voor hen uit, terwijl zij hem volgen, omdat zij zijn stem kennen. Een vreemde echter zullen zij niet volgen; integendeel, zij zullen van hem wegvluchten, omdat ze de stem van vreemden niet kennen.” Deze gelijkenis vertelde Jezus hun, maar zij begrepen niet wat Hij hun wilde zeggen. Een andere keer zei Jezus tot hen: “Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Ik ben de deur van de schapen. Allen die vóór Mij zijn gekomen, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in- en uitgaan en weide vinden. De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en te vernietigen. Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed.”

Het Emmaüsverhaal

Het Emmaüsverhaal is een mooi paasverhaal. Het is het verhaal van de Levende Heer die met ons mensen meetrekt. Hij gaat met ons mee op de weg die wij gaan. Jezus trekt mee met de twee Emmaüsgangers die eigenlijk die verkeerde kant op lopen. Zij zoeken hun heil in oorlog en geweld. Zij verlaten Jeruzalem om zich in het geweld van Emmaüs te gaan storten. Jezus is echter bereid om een eind met hen mee te lopen op deze verkeerde, heilloze, weg. Jezus gaat ook met ons mee op onze weg. Ook wij kunnen Hem ontmoeten, onder meer bij het breken van het Brood. Wij kunnen Hem ontmoeten in de Schrift waaruit wij iedere viering lezen. Door een gelovig gesprek en door te vertellen uit de Schrift veranderen de twee Emmaüsgangers in diepgelovige leerlingen.

Moge het geloof in de opgestane Heer ook in ons, ondanks de moeilijke coronatijd, waar wij ons in bevinden, groeien door met elkaar in gesprek te gaan en door te luisteren naar de Schrift.
Igno Osterhaus, pastor

De Emmaüsgangers

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 24,13-35)

In die tijd waren er twee van de leerlingen van Jezus op weg naar een dorp dat Emmaüs heette en dat ruim elf kilometer van Jeruzalem lag. Zij spraken met elkaar over alles wat was voorgevallen. Terwijl zij zo aan het praten waren en van gedachten wisselden, kwam Jezus zelf op hun toe en liep met hen mee. Maar hun ogen werden verhinderd Hem te herkennen. Hij vroeg hun: “Wat is dat voor een gesprek, dat gij onderweg met elkaar voert?” Met een bedrukt gezicht bleven zij staan. Een van hen, die Kléopas heette, nam het woord en sprak tot Hem: “Zijt Gij dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat Gij niet weet wat daar dezer dagen gebeurd is?” Hij vroeg hun: “Wat dan?” Ze antwoordden Hem: “Dat met Jezus, de Nazarener, een man die profeet was, machtig in daad en woord, in het oog van God en van heel het volk; hoe onze hogepriesters en overheidspersonen Hem hebben overgeleverd om Hem ter dood te laten veroordelen en hoe zij Hem aan het kruis hebben geslagen.
En wij leefden in de hoop, dat Hij degene zou zijn, die Israël ging verlossen! Maar met dit al is het al de derde dag sinds die dingen gebeurd zijn.
Wel hebben een paar vrouwen uit ons midden ons in de war gebracht; ze waren in de vroegte naar het graf geweest, maar ze hadden zijn lichaam niet gevonden, en ze kwamen zeggen dat zij ook nog een verschijning van engelen hadden gehad, die verklaarden dat Hij weer leefde. Daarop zijn enkelen van de onzen naar het graf gegaan en bevonden het zoals de vrouwen gezegd hadden, maar Hem zagen zij niet.”
Nu sprak Hij tot hen: “O onverstandigen, die zo traag van hart zijt in het geloof aan alles wat de profeten gezegd hebben! Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?” Beginnend met Mozes verklaarde Hij hun uit al de profeten wat in al de Schriften op Hem betrekking had. Zo kwamen ze bij het dorp waar ze heen gingen, maar Hij deed alsof Hij verder moest gaan. Zij drongen bij Hem aan: “Blijf bij ons, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde.” Toen ging Hij binnen om bij hen te blijven. Terwijl Hij met hen aanlag nam Hij brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe.
Nu gingen hun ogen open en zij herkenden Hem, maar Hij verdween uit hun gezicht. Toen zeiden ze tot elkaar: “Brandde ons hart niet in ons, zoals Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften ontsloot?” Ze stonden onmiddellijk op en keerden naar Jeruzalem terug. Daar vonden ze de elf met de mensen van hun groep bijeen. Deze verklaarden: “De Heer is werkelijk verrezen, Hij is aan Simon verschenen.” En zij van hun kant vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij door hen herkend werd aan het breken van het brood.

 

 

 

Beloken Pasen Zondag van barmhartigheid

Beloken Pasen, laten we ons geloof doen ontluiken, laten we ons hart openen!

De kerk wordt door Christus gesticht op het kruis, maar de apostelen waren in eerste instantie niet in staat om te spreken. Ze waren verlegen en bang….. Dan komt de heilige Geest over hen en met een enorme moed gaan zij spreken over God en over Christus. De Geest geeft de leerlingen zelfs de kracht om in de naam van Jezus vele wonderen te doen. Het bijbelboek Handelingen staat er vol van. De wondertekenen hebben ongetwijfeld heel veel mensen tot het geloof in Christus gebracht….. Later zullen de leerlingen en hun opvolgers over de hele wereld gaan trekken en het christendom verspreidt zich in betrekkelijk korte tijd over alle landen.
Jezus vraagt ons open te staan voor de Blijde Boodschap. De heilige Geest kan ons de nodige inspiratie geven. Gods Geest kan in ons werkzaam zijn, als wij ook open staan voor Hem. Soms moeten wij onszelf ontgrendelen. Het slot moet er dan even af. Pas dan kunnen wij onze luiken openen voor de Geest. Als wij open staan voor Hem, dan is de Geest in ons werkzaam. Ook eensgezindheid en natuurlijk ook ons dagelijkse gebed dragen er toe bij dat de Geest meer gaat werken in een gemeenschap, een gezin, of in een parochie, op een werkplek midden in de maatschappij, in een persoon…..
De werking van de Geest zal – de geschiedenis heeft het geleerd – altijd prachtige vruchten opleveren. Mensen zullen – in woord en/of in daad – van Jezus gaan getuigen. Mensen kunnen elkaar met nieuwe ogen gaan zien en het geloof in de Verrezen Heer kan bij mensen ontstaan, of het kan worden versterkt. Als de wind van de Geest nog meer over ons gaat waaien, dan zal ook hier een nieuwe lente aan gaan breken.
Igno Osterhaus, pastor

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (20,19-31)

Op de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: “Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend Ik u.” Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvangt de heilige Geest. Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.”
Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij hen toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelde hem: “Wij hebben de Heer gezien.” Maar hij antwoordde: “Zolang ik in zijn handen niet het teken van de nagelen zie, en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken, en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik zeker niet geloven.”
Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Tomas er bij. Hoewel de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” Vervolgens zei Hij tot Tomas: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde en wees niet langer ongelovig maar gelovig.” Toen riep Tomas uit: “Mijn Heer en mijn God!” Toen zei Jezus tot Hem: “Omdat ge Mij gezien hebt gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.” In het bijzijn van zijn leerlingen heeft Jezus nog vele andere tekenen gedaan, die niet in dit boek zijn opgetekend, maar deze hier zijn opgetekend, opdat gij moogt geloven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat gij door te geloven leven moogt in zijn Naam.

zondag van de goddelijke Barmhartigheid                                                                                                                                                                                                      
In de Katholieke Kerk heet sinds het jaar 2000
de eerste zondag na Pasen ook de Zondag van
de Goddelijke Barmhartigheid.

Johannes Paulus II
In het Jubeljaar 2000 riep paus Johannes Paulus II
de zondag na Pasen uit tot Zondag van de Goddelijke
Barmhartigheid. De Poolse paus stierf in 2005 op de
vooravond van deze feestdag.

Zieneres
Het besluit om de Tweede Zondag na Pasen uit te roepen tot Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid kwam voort uit de devotie tot de Goddelijke Barmhartigheid. Deze is afkomstig van de Poolse zieneres Maria Faustina Kowalska (1905-1938), van wie Johannes Paulus II een vereerder was en die hij in 1993 zalig verklaarde.                 

Bijzondere genade
Zr. Maria Faustina beweerde dat Christus aan haar verschenen was. Hij zou zich aan haar hebben bekendgemaakt als de Goddelijke Barmhartigheid. Aan haar zou Hij gezegd hebben de Tweede Zondag voortaan te wijden aan de goddelijke barmhartigheid. Hij beloofde dat gelovigen die op die dag gaan biechten en te communie gaan, bijzondere genade zullen ontvangen.

Water en bloed
Zr. Faustina zei ook dat Jezus aanwijzingen had gegeven voor een afbeelding van Hem. Deze is daadwerkelijk vervaardigd door de kunstenares Janice Balabon. Zij schilderde de verrezen Christus uit wiens hart twee stromen vloeien, een rode en een blauwe. In Faustina’s visioen werd uitgelegd dat de blauwe stroom staat voor water en de rode voor bloed. Het herinnert aan het moment waarop Jezus aan het kruis werd doorstoken door de Romeinse militair Longinus. Het bloed staat voor het leven van de zielen en het water voor de reiniging van de zielen zodat zij gerechtvaardigd worden.

Beloken Pasen en livestream

Dit keer geen nieuwe corona-maatregelen vanuit de bisschoppen, en helaas ook nog geen verlichting daarvan.
Wel wens ik u mede namens de bisschoppen nog een Zalig Pasen!

Nu de gewone viering van Beloken Pasen en daarmee van de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid in de parochies niet mogelijk is, vragen de bisschoppen uw aandacht voor de viering daarvan in de kathedraal, die te volgen is via de livestream. In de middag is er een internationale viering in meerdere talen waarin enige migrantengemeenschappen vertegenwoordigd zijn:

https://www.bisdomhaarlem-amsterdam.nl/?p=news&id=4142&t=Viering+Barmhartigheidszondag

In de avond is er een speciaal programma voor tieners:

https://www.bisdomhaarlem-amsterdam.nl/?p=news&id=4152&t=Barmhartigheidszondag+livestream+voor+tieners, ook weer te volgen via de livestream.

 

Ook vanuit het Heiligdom van Onze Lieve Vrouw ter Nood wordt een livestream verzorgd, waarna biechtgelegenheid wordt aangeboden:

https://olvternood.nl/agenda/feest-van-de-goddelijke-barmhartigheid-pasen-2020/

 

Tenslotte vragen de bisschoppen om op de websites van uw parochies aandacht te besteden aan de livestream die verzorgd wordt vanuit de kathedraal, zeker wanneer de parochie zelf geen livestream aanbiedt:

https://www.bisdomhaarlem-amsterdam.nl/?p=news&id=4093&t=Live+vanuit+de+kathedraal

De vieringen worden inmiddels door vele mensen gevolgd en teruggekeken, en uit de reacties blijkt dat mensen het zeer waarderen om bekende gezichten te zien in een kathedraal die de meesten wel eens hebben bezocht. Dit roept tevens een gevoel van saamhorigheid op. Dat is toch net iets anders dan de viering die wordt uitgezonden op televisie, hoewel ook velen daarmee natuurlijk vertrouwd zijn.

Naast de vieringen zal op het kanaal binnenkort ook een ander aanbod te vinden zijn, gericht op verschillende leeftijdsgroepen, dat als doelstelling verdieping en verbinding zal hebben.

Met vriendelijke groet,
Bart Putter

dr. B.J. Putter, kanselier
______________________
Bisdom Haarlem-Amsterdam

 

Openstelling Boomkerk

De Boomkerk is geopend voor persoonlijk gebed en voor het branden van een kaarsje op:

zaterdag van 14.00 tot 16.00 uur

zondag van 09.30 tot 10.30 uur.

Helaas kunnen tot en met Pinksteren i.v.m. gevaar van besmetting door het coronavirus geen vieringen worden gehouden.

Boomkerk, Admiraal de Ruijterweg 406.

Boomkerk

Stille Zaterdag

Wees blij, de steen is van het graf weggerold!

We hebben de heel zachte winter al weer achter ons gelaten. Bomen stonden wel kaal, langs de grachten en in de plantsoenen. Slechts enkele nachten en dagen heeft het een beetje gevroren. Alles was toen koud en grijs. Er bloeiden geen bloemen die de zaak wat fleuriger konden maken. De laatste twee weken zien we gelukkig dat er al weer heel wat groen aan de takken van bomen en struiken is gekomen. Knoppen gaan open en nieuw leven dient zich weer aan. De warmte heeft de kou verslagen. Het licht van de lente heeft het gewonnen van het winterse donker. Het leven heeft het gewonnen van de dood! Jawel: de bomen krijgen weer bladeren. Het gras groeit weer en uit de koude grond zijn krokussen en narcissen uitgegroeid en in bloei komen te staan. Ook de tulpen bloeien weer volop! Jammer dat de Keukenhof dit jaar vanwege ‘corona’ niet voor publiek toegankelijk is! De warmte heeft de kou verdreven; het licht heeft het gewonnen van het donker; grijs is weer groen geworden.

Het leven is God dierbaar. Alle leven is door Hem gemaakt. Het gras, de bomen, de prachtige bloemen, alles komt van zijn hand. God is als een kunstschilder die de mooiste kleuren voor ons verzamelt. De hele natuur is een prachtig kunstwerk. Zijn mooiste kunstwerk is echter de mens. Deze heeft Hij het meeste van alle schepselen lief. De mens heeft Hij bestemd tot eeuwig leven. Leven, sterker dan de dood.

Jezus overwon de dood. Het is alsof Hij ons vandaag wil zeggen: “Wees blij, de steen is van het graf weggerold”. Ga zien en geloven. “Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf; wij leven en sterven voor God, onze Heer. Aan Hem behoren wij toe”.
In de vroege morgen, toen de zon juist op was, het donker het opnieuw ging verliezen van het licht, heel vroeg in de morgen, gingen een paar vrouwen naar het graf van Jezus. Daar aangekomen hoorden en zagen zij dat Hij verrezen was. Zij vertelden het aan de andere leerlingen. Ook zij gingen zien, inzien en geloven. Zij vertelden het verder aan iedereen die het maar horen wilde: Hij die mensen leven schonk, licht gaf aan mensen in het donker, vuur aan mensen in de kou, Hij die mensen deed opstaan uit de dood, is nu zelf opgestaan uit de dood. De kerk zegt het vandaag de eerste leerlingen na: De Gekruisigde, Hij die gestorven en begraven is, gevallen als zaad in de grond, is tot bloei gekomen, want God heeft het leven sterker gemaakt dan de dood.

Dat is wat wij met Pasen vieren. De doortocht door de dood naar het leven. De dood is slechts een tussenfase, een noodzakelijke stap op weg naar het eeuwige leven. Met Pasen vieren wij de opstanding van de Heer en wij denken daarbij ook aan de opstanding van alle mensen na de dood.

Als graan zullen wij in de akker worden uitgezaaid. Het zaad zal echter opschieten uit de grond en de prachtigste gewassen en bloemen zullen daaruit verrijzen. Dat is wat Jezus ons in het vooruitzicht heeft gesteld. Daar mogen wij op vertrouwen.
Ik wens u een zalig Pasen.

Igno Osterhaus, pastor                                                                                                                                                                                                            

 

EVANGELIE (MT. 28, 1-10)                                                                              

 Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
Na de sabbat bij het aanbreken van de eerste dag der week kwamen Maria Magdalena en de andere Maria naar het graf kijken. Plotseling ontstond er een hevige aardbeving en een engel van de Heer daalde uit de hemel, kwam naderbij, rolde de steen weg en zette zich daarop neer. Hij straalde als een bliksemschicht en zijn kleed was wit als sneeuw. De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven en het leven scheen uit hen geweken. De engel sprak de vrouwen aan en zei: “Gij behoeft niet bevreesd te zijn; ik weet dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. Hij is niet hier, Hij is verrezen zoals Hij gezegd heeft; komt zien naar de plaats waar Hij gelegen heeft. Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen: Hij is verrezen van de doden, en nu gaat Hij u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Dat had ik u te zeggen.” Terstond gingen zij weg van het graf, met vrees en grote vreugde, en zij haastten zich het nieuws aan zijn leerlingen over te brengen. En zie, Jezus kwam hen tegemoet en zij: “Weest gegroet.” Zij traden op Hem toe, omklemden zijn voeten en aanbaden Hem. Toen sprak Jezus tot hen: “Weest niet bevreesd. Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen, dat zij naar Galilea moeten gaan en daar zullen zij Mij zien.”

Paasversiering Boomkerk

 

                                                                                                                                                                                                  

 
© 2025 RK Amsterdam-West      Alle rechten voorbehouden     Realisatie: De Zalige Zalm / Plyworks Media
RSS Login