Korte historie van het Cavaillé-Coll-orgel in de Sint Augustinuskerk te Amsterdam
door René Verwer
Op 1 september 1881 vond de feestelijke ingebruikname van het Cavaillé-Coll-orgel in de voormalige St. Augustinuskerk aan het Rusland in de binnenstad plaats. Zes jaar eerder was in het Paleis voor Volksvlijt een groot concertinstrument van de Parijse orgelmaker geplaatst en in 1879 leverde Cavaillé-Coll een klein orgel aan het Gesticht van Liefde ‘Sint Bernardus’ aan de Oude Turfmarkt. Aan het eind van de 19e eeuw bezat Amsterdam drie orgels van de vermaarde bouwer.
De St. Augustinuskerk aan het Rusland, voorheen aan de Spinhuissteeg, werd in 1864 geconsacreerd. Het interieur was een driebeukige hallekerk met een altaaropbouw die enigszins deed denken aan de Mozes en Aäronkerk. Het oude orgel van Onderhorst, later vergroot door resp. Mitterreither en Van den Brink ging mee naar de nieuwe kerk. In 1880 besloot men een nieuw instrument aan te schaffen omdat het oude steeds meer mankementen ging vertonen. Het 40-jarig priesterfeest van pastoor Wilhelmus Hoorneman (1819-1889) vormde de uiteindelijke aanleiding tot de koop.
De Franse consul Ch.M. Philbert, goed bevriend met Cavaillé-Coll en een belangrijk promotor van het Franse orgel in Nederland kwam de plannen ter ore en adviseerde de parochie om met Cavaillé-Coll in zee te gaan. Men kon te rade gaan bij het orgel van het Gesticht Sint Bernardus, dat enkele honderden meters verderop stond. Bovendien was de organist van de St. Augustinuskerk, Bernard Hendriks vertrouwd met het Franse orgeltype. In 1876 had hij de tweede prijs gewonnen bij het Nationaal Orgelconcours in het Paleis voor Volksvlijt en hij had hier regelmatig geconcerteerd.
Blijkens een circulaire aan de parochianen d.d. december 1880 was het besluit al genomen om een orgel bij Cavaillé-Coll (1811-1899) te bestellen. Hij was de belangrijkste Franse orgelmaker in de 19e eeuw en in Europese context genoot hij enorm aanzien. Cavaillé-Coll is de schepper van het zgn. symfonische orgel, d.w.z. dat zijn orgelklank op het symfonieorkest is geïnspireerd. We treffen dan ook tal van registers in het orgel aan met namen van orkestinstrumenten: Flûte harmonique en Flûte octaviante (dwarsfluiten), Basson (fagot), Hautbois (hobo), Trompette, strijkende registers als Viole de gambe, Voix céleste etc.
Een negenkoppige commissie waarin overigens niet de organist Hendriks en adviseur Philbert zaten, maar wél koordirigent Phlippeau – men wilde blijkbaar een objectief oordeel vormen – onderhandelde over de aankoop. Het orgel kostte inclusief transport en plaatsing 33.000 francs (hfl. 16.000,-). Op 12 januari 1881 zond Cavaillé-Coll bestek en contract naar Amsterdam en enkele dagen later werd alles ondertekend en geretourneerd. Het orgel zou binnen zes maanden worden geleverd, ruim op tijd vóór het jubileum van pastoor Hoorneman. Het is opmerkelijk dat de toestemming voor de aankoop door het parochiebestuur aan mgr. P.M. Snickers, bisschop van Haarlem, werd gevraagd nádat het contract was ondertekend.
Het orgel kwam op de koortribune onder het roosvenster te staan. Het werd gekeurd door Philbert en Verheijen, organist van de Mozes en Aäronkerk, zij schreven een uitgebreid verslag van vijftig pagina’s. Op donderdag 1 september volgde de ingebruikname van het instrument. Volgens de ‘courant’ De Tijd geschiedde dit tijdens een plechtig lof (‘uitstelling van het Allerheiligste’), met koorzang en feestrede door de deken van Amsterdam, mgr. H. Poppen. Het koor zong werken van Verhulst en Hendriks speelde composities van Mendelssohn, Bach, Guilmant en Liszt. Hij besloot met een improvisatie.
In 1929 werd de kerk aan het Rusland gesloten en verhuisde de parochie naar de Postjesweg. Het orgel kwam links van het altaar achter een stenen arcade te staan, een uiterst ongunstige opstelling. In 1969 werd het hoogaltaar in het kader van de veranderingen van Vaticanum II vervangen door een naar voren gebrachte altaartafel. Op de vrijgekomen plaats kwam nu het orgel. In 1977 werd ook deze kerk afgebroken en sindsdien staat het prachtige instrument in de huidige parochiekerk. Het onderhoud wordt momenteel door de firma Adema’s Kerkorgelbouw te Hillegom verzorgd.