Gebed tot St. Antonius om een gunst te verkrijgen.
‘Gezegend zij God in Zijn Engelen en in Zijn Heiligen.
O Heilige Antonius, zachtzinnigste onder de Heiligen: toen u op aarde verbleef, maakte uw liefde voor God en uw barmhartigheid voor Zijn schepselen het u waardig om over wonderbaarlijke krachten te beschikken. Wonderen volgden op uw bevel, welke u altijd bereid was uit te spreken voor hen die in moeilijkheden verkeerden en zorgen hadden. Aangemoedigd door deze gedachte, smeek ik u om voor mij te verkrijgen … (verzoek).
Voor het verhoren van mijn smeekbede zal een wonder nodig zijn. Al is dat zo: u bent de Heilige van de Wonderen. O zachtzinnige en liefhebbende Heilige Antonius, wiens hart zo vol was van sympathie voor de mensen: fluister mijn verzoek in de oren van het Zoete Kind Jezus, dat zich zo graag in uw armen vleide: en mijn dankbaar hart zal altijd de uwe zijn.
Onze Vader. Wees gegroet. Eer aan de Vader.’
Gebed tot St. Antonius om een verloren zaak terug te vinden.
‘Heilige Antonius, groot en sterk is in u de genade en de kracht Gods. Gij hebt ontelbaar veel mensen liefderijk geholpen, vooral wanneer zij uw bijstand vroegen, om verloren zaken terug te vinden. Heilige Antonius, die grote en kleine zorgen met ons delen wilt, vol vertrouwen vraag ik u mij te helpen nu ik mijn … verloren heb. Moge het verkrijgen van de gunst die ik u vraag mij dieper overtuigen van Gods zorgzame goedheid, die zelfs tot in het kleine zo verregaand is, dat er buiten zijn wil nog geen mus van het dak valt. (Mt. 10,29) Heilige Antonius, patroon in verloren zaken, help mij terug te vinden wat ik ben kwijt geraakt. Blij zal ik van uw lof verhalen en dankbaar prijzen de naam van de Heer, om zijn bezorgdheid en goedgunstigheid jegens mij. Amen.’
Het bruin geschilderde houten beeld is hoogstwaarschijnlijk in de Zuidelijke Nederlanden – wellicht in Antwerpen – in het laatste kwart van de 17e eeuw gemaakt. Antonius draagt het ordegewaad van de Franciscanen. In zijn rechterhand heeft hij een zilveren lelietak. In zijn linkerhand heeft Antonius een boek waarop het Kind Jezus zit en op zijn hoofd heeft hij een opengewerkte koperen aureool.
De lelietak is het symbool van zuiverheid en van een God gewijd leven. Rond de feestdag van Antonius, 13 juni, bloeien er veel lelies, waarschijnlijk is hij daarom zo met de lelie verbonden.
Het boek wijst op het kerkleraarschap van Antonius. Het was Franciscus van Assisie, die Antonius toestemming gaf de Franciscanen te onderwijzen. Er is een brief bewaard gebleven, die Franciscus in de winter van 1223-1224 aan Antonius heeft geschreven, de vertaling daarvan is als volgt: “Aan broeder Antonius, mijn bisschop, wenst Franciscus heil. Ik keur het goed dat gij de heilige theologie onderwijst aan de broeders, op voorwaarde dat gij bij dit onderricht de geest van gebed en toewijding niet uitdooft, zoals in de regel staat.” Antonius was een zeer bedreven prediker en er is dan ook een zeer groot aantal preken van zijn hand bewaard gebleven. Het Kind Jezus op het boek verwijst naar een gebeurtenis, die plaats gevonden zou hebben in Camposampiero, niet ver van Padua. In die plaats had Antonius onderdak gekregen bij een zekere graaf Tiso. Deze zag op een avond licht in de cel waar Antonius verbleef. Toen hij naar binnen keek, zag hij dat Jezus in de gedaante van een kind aan Antonius verscheen. Antonius merkte dat graaf Tiso dit zag en verbood hem zolang Antonius leefde er over te spreken. We kunnen het Kind Jezus op zijn arm ook zien als uitdrukking van zijn leer. In zijn vele preken stelde Antonius namelijk de menswording van Gods Zoon altijd centraal.