Jezus wist dat zijn lijden en sterven spoedig werkelijkheid zouden worden.. Tevoren had Hij Lazarus uit de dood opgewekt. Velen waren daardoor tot geloof in Hem gekomen, tot ergernis van de joodse overheid. Zij voelden zich bedreigd in hun bestaan. Jezus moest uit de weg worden geruimd, vonden zij. Jezus bleef standvastig. Hij wilde de taak die Hij van zijn Vader had ontvangen tot het einde toe voltooien. Hoe standvastig zijn wij? Hoe consequent beleven wij ons geloof? Hoe kunnen wij ons voorbereiden op het Paasfeest, het feest van de Verrijzenis van Jezus, het feest van God die sterker is dan de dood.
Igno Osterhaus, pastor
EVANGELIE: Joh. 12, 1-11
Laat haar begaan. Zij heeft dit gebruik onderhouden vooruitlopend op mijn begrafenis.
Zes dagen voor Pasen kwam Jezus te Betanië,
waar Lazarus woonde,
die Hij uit de doden had opgewekt.
Men gaf daar een maaltijd te zijner ere.
Marta bediende
en Lazarus was een van degenen, die met Hem aanlagen.
Maria nu nam een pond nardusbalsem,
echte en heel kostbare,
zalfde daarmee Jezus’ voeten
en droogde ze met haar haren af.
Het huis hing vol balsemgeur.
Daarop zei Judas Iskariot, een van zijn leerlingen,
dezelfde die Hem zou overleveren:
“Waarom is die balsem niet voor driehonderd denaries verkocht
en het geld aan de armen gegeven?”
Hij zei dat niet, omdat hij bezorgd was voor de armen,
maar omdat hij een dief was
en uit de beurs, die hij bewaarde wegnam wat erin kwam.
Jezus echter zei:
“Laat haar begaan.
Zij heeft dit gebruik onderhouden
vooruitlopend op de dag van mijn begrafenis.
Want de armen houdt gij altijd bij u,
Mij echter niet altijd.”
Intussen waren heel veel Joden te weten gekomen
dat Jezus daar was
en kwamen erheen,
niet alleen omwille van Jezus,
maar ook om Lazarus te zien,
die Hij uit de doden had opgewekt.
De hogepriesters besloten toen ook Lazarus uit de weg te ruimen,
omdat om hem veel Joden wegliepen en in Jezus geloofden.